Uit verschillende onderzoeken blijkt dat de interesse groeit bij mensen om meer te worden betrokken bij de vorming van beleid. De behoefte om (mee) te praten en (mee) te beslissen over politieke en maatschappelijke kwesties neemt bij de mensen dus steeds meer toe. Er komen nu vanuit de overheid steeds meer initiatieven om burgers te laten participeren.
Op http://www.eparticipatiedashboard.burgerlink.nl/ staat mooi overzicht van lopende burger- en overheidsinitiatieven.
Overheid als initiator en facilitator
Als het om nieuw beleid van de overheid gaat, is het logisch dat de overheid deze participatie initieert en faciliteert. De bal ligt dan bij de overheid. Natuurlijk is het daarbij van belang, dat er alles aan gedaan wordt om het participatieproces optimaal voor te bereiden, in te richten en te volbrengen. Dat begint bijvoorbeeld al bij de selectie van het onderwerp en het scheppen van duidelijkheid over het doel van de participatie en de te nemen stappen traject. Gaat het bijvoorbeeld om meedenken, of gaat het ook om meebeslissen? Daarnaast is het ook van belang om ervoor te zorgen dat de relevante doelgroepen worden geïnformeerd over het participatietraject. Weten de mensen niet dat er een traject loopt, zullen ze ook niet meedoen.
Burgerrecht of burgerplicht?
Maar wat nou, als straks blijkt dat die wil om te participeren best meevalt? Of eigenlijk tegenvalt? Is het dan nog steeds een recht van de burger om te participeren, of kun je het ook omdraaien: het wordt straks de plicht van de burger om te participeren? Dus participatie als burgerplicht? Heeft de burger immers ook niet een verantwoordelijkheid ten aanzien van het oplossen van maatschappelijke issues, samen met de overheid? En, wat kun je als overheid dan doen als het straks de burger is die z’n verantwoordelijkheid niet neemt? Moet de overheid daar ook alvast over gaan nadenken? Wat vinden jullie?
Misschien gaat de 80/20-regel wel op; dat het maximaal haalbare aan burgers die willen participeren 20% is en dat zij 80% van alle ‘participatie’ voor hun rekening nemen. En ik denk dat we daar als overheid best blij mee mogen zijn en niet moeten verwachten (of zelfs eisen) dat iedereen meedoet.
Dit vind ik een goede vraag: wat is de rol van burgers bij participatie. We moeten beter weten wat we nu eigenlijk met participatie willen bereiken. Te vaak zweven we op een wolk van enthousiasme over de social media. Maar daarmee heb je niet direct een werkbare toepassing, die vast onderdeel in ieder beleidsproces kan zijn.
Natuurlijk zijn er geslaagde voorbeelden waar burgers actief meedoen. En daar halen we ook energie vandaan. Maar het is realistisch om ervan uit te gaan dat in de meeste gevallen de overheid het voortouw moet nemen. Bedenk maar eens wanneer je zelf – als burger – mee hebt gedaan aan een oplossing van een probleem in je eigen omgeving. Zie onderzoek Bake: what’s in it for me.
Participatie is een manier om de juiste of betere oplossing voor een probleem te vinden. Probleemoplossing is dus het kernproces, dat zou veel meer centraal moeten staan. Daarbij kijk je wie verantwoordelijk is voor resultaat. In onze samenleving is dat heel vaak de overheid, met natuurlijk een zekere plicht bij burgers en bedrijven. Door het oplossingsproces in stappen te verdelen is veel beter te achterhalen wat de rol van burgers kan zijn. Zie de Verbetermethode http://bit.ly/buByTN
Zo krijg je een veel nauwkeuriger beeld wat je van burgers vraagt en wat zij kunnen verwachten: ben je op zoek naar meer feiten, betere oplossingen of wil je weten wat de gevolgen van een keuze kunnen zijn? Is het helder dat de overheid uiteindelijk beslist of hebben burgers een stem? Tegen die achtergrond ga je nadenken over de inzet van social media met al hun voordelen.
Voor wie het interessant vindt: lees ook Structuur en informatierijkdom: combineer 1.0 en 2.0. http://bit.ly/apmMPP