Apr 25

Het blijft een hot item: online participatie van ambtenaren. Terwijl de samenleving steeds meer schreeuwt om een transparante overheid die online meepraat, is binnen de overheid de discussie volop losgebarsten hoe nu precies om te gaan met dit nieuwe fenomeen. Wat mag er dan wel, wat mag niet, wie mag er participeren en wat zijn precies de spelregels? Doe je dit als privépersoon of spreek je als organisatie? Wanneer participeer je als (beleids)ambtenaar zelf en wanneer is het beter om het via de Directie Communicatie te laten lopen?

Handreiking Online Participatie
Een hoop vragen. Een document dat hierop antwoord moet gaan geven is de ‘Handreiking Online Participatie Ambtenaren’ dat op dit moment door de RVD wordt opgesteld. Volgens de Van Dale betekent handreiking ‘hulp, ondersteuning’. Het is dan ook te hopen dat het stuk vooral tips en tools biedt dat ambtenaren (zowel bij de beleidsdirecties als de communicatiedirecties) enthousiastmeert online te gaan en hen helpt om hun mannetje te staan. En dus niet een stuk dat een (te) grote drempel opwerpt, zodat er straks niemand z’n vingers meer aan durft te branden. Want natuurlijk gaat dat gebeuren, fouten maken. Maar waar fouten worden gemaakt, wordt geleerd. En waar wordt geleerd, stijgt uiteindelijk de kwaliteit. Dit geldt dus ook voor online participatie. Uit onderzoek blijkt dat bedrijven met een open foutencultuur betere resultaten hebben dan bedrijven waar falen taboe is. Een bedrijf dat accepteert dat fouten onvermijdelijk zijn en focust op oplossingen, krijgt betere en meer verantwoordelijke werknemers.

Google versus Britse Overheid
Google is een goed voorbeeld van een lerende organisatie. Google hanteert voor het online gedrag van haar medewerkers maar één regel: ‘Don’t be stupid’. Vier woorden. Dat staat in schril contrast met de speciale richtlijnen voor alle departementen van de Britse overheid voor alleen al Twitter. In de Template Twitter Strategy van twintig (!!!) A4’tjes staat onder andere dat de Britse ambtenaren ‘menselijk en geloofwaardig’ en in ‘informeel Engels’ moeten tweeten. Ook pikant: ambtenaren mogen niet zomaar mensen volgen op Twitter. Ambtenaren mogen alleen tweeps volgen die hen ook volgen, dit om de schijn van ‘Big Brother is watching you’ te vermijden.

Volop discussie
Er wordt in ieder geval flink gediscussieerd op verschillende forums. Bijvoorbeeld in Logeion groep op LinkedIn of als reacties op posts op bijvoorbeeld BinnenlandsBestuur.nl en Twittermania.nl. De een vindt duidelijke regels een absolute noodzaak, de ander vindt een apart stuk voor het online gedrag van ambtenaren klinkklare onzin. Omdat in hun ogen online participatie gewoon valt onder de algemene integriteits- en gedragsregels. Het credo zou dan zijn: ‘Doe online geen dingen die je offline ook niet zou doen’. Maar goed, de handreiking komt er in ieder geval, daar is dus geen twijfel over.

Op het Ambtenaar 2.0 netwerk wordt ook nagedacht over een eigen handreiking en is er zelf sinds kort een werkdocument online dat iedereen naar hartelust kan aanvullen. Op socialmediagovernance.com staat een uitgebreid overzicht van voorbeelden van richtlijnen van verschillende organisaties.

Volgende stap: veranderen en gebruiken
Het valt dus te bezien wat er straks precies in de definitieve handreiking staat. En wat de scope daarvan is en hoe die geformuleerd is. En áls die er eenmaal is, dan komt de volgende, meest belangrijke stap: collega’s enthousiasmeren, discussiëren en daar waar behoefte is: instrueren. En dan met z’n allen aan de slag gaan. Want een handreiking opstellen is weliswaar een eerste stap, een handreiking gebruiken is nóg veel belangrijker.

Maar uiteindelijk gaat het niet alleen om die ene handreiking. Het gaat erom dat de organisatie inziet dat meekijken en meepraten op internet kansen biedt. Dat je door mensen te betrekken beter beleid kunt maken. Dat je een podium hebt, los van de traditionele media, waar je mensen nóg beter het beleid kunt uitleggen of kunt wijzen op bestaande informatie. Dat je, door te laten zien dat je echt naar de mensen luistert, een goede relatie kunt opbouwen en daarmee de kloof voor een deel kunt dichten. En dat een open, transparante organisatie meer kan bereiken dan een gesloten, risicomijdende organisatie. Zoals de Amerikanen zo mooi zeggen: ‘It’s not about the tools, it’s about the culture’.

Er staan ons dus nog genoeg uitdagingen te wachten. Een handreiking opstellen is maar het begin…

Leave a Reply

preload preload preload